Maandag 17 maart zijn we, zoals gebruikelijk, gestart met
een wandeling. De bedoeling was om nog wat bamboe mee te nemen die we de vorige
dagen hadden gezien. Deze bamboe was zo dik dat die mooi kon dienen als
toiletrolhouder. Onderweg kwamen we nog weer andere bamboe tegen die iets
dunner was maar die achteraf toch te dik was voor de toiletrollen.
We hebben een heel andere route gewandeld dan de dagen
ervoor en we kwamen door een prachtig bos met hele mooie rododendrons en andere
bloemen.
Het waaide hard en dus zijn we ook nog even langs de
oceaankust gelopen om te zien of de golven hoger waren dan ooit. Dit bleek wel
het geval maar dit effect is op de foto niet zo maar waar te nemen.
Daarna hebben we de camper maar weer gestart en na het legen
en vullen van de tanks maar weer vertrokken. De navigatie gaf aan dat we dwars
door Biarritz moesten rijden maar dit ging bij een wegopbreking helemaal mis.
We moesten van de route afwijken en kwamen op een gegeven moment weer bij een
andere wegopbreking achter een kiepauto te staan. Een politieagente gebaarde
ons om te wachten en nadat de kiepauto weer weg was gegaan zouden wij ook weg
rijden maar dit mocht niet van de agente. We moesten wachten, nog 5 minuten
gebaarde ze. We waren in de veronderstelling dat ergens verderop nog wel een
vrachtwagen zou staan waar we op moesten wachten maar na een minuut of 5 kwamen
er plotseling 2 politieagenten op de scooter aan en die gingen de weg achter
ons helemaal afzetten. Omdat we te groot waren om door te rijden moesten we achteruit
tegen het verkeer in en omdraaien.
De route die dan volgde ging door Les Landes, een groot
bosbouwgebied met lange kaaresrechte wegen.
Omdat we op de route vlak bij onze oud-buren uit Blesdijke
langs zouden komen hebben we besloten eens even te kijken hoe het met hen ging.
Dezelfde dag zou het niet meer lukken omdat het dan donker zou zijn voordat we
aankwamen. We hebben een overnachtingsplekje gevonden bij een grote supermarkt
in Sante Livrade sur Lot.
Dinsdagmorgen maar weer verder op weg naar La Capelle Biron,
het plaatsje waar onze oud-buren Alfred en Coby Hoogenberg een vakantiepark
runnen onder de naam Hameau de Bosc Negre. De omgeving wordt, naarmate we dichterbij
komen, steeds glooiender en in onze ogen
mooier. De wegen worden ook steeds smaller en als we bij een kruising staan te
twijfelen of we recht door zullen gaan of de kleinere weg linksaf zullen nemen
zien we het bord wat naar het vakantiepark leidt. Het wordt dus de kleinere weg
naar links.
Sommige vakantieparken zijn gelegen aan een wel heel klein
zandpaadje en we hopen dan ook dat het park van Alfred en Coby niet aan zo’n
zandpad ligt. Als we de afslag hebben gevonden blijkt er een asfaltweggetje
naar toe te gaan en de afstand is een kleine 300 meter, dus als het moet kunnen
we daar altijd achteruit nog weer weg komen.
Bij aankomst blijkt er niemand thuis te zijn en we hopen dan
ook maar dat ze niet net even naar Nederland zijn gegaan. Het huis lijkt niet
verlaten maar ja, dat kan ook een afleidingsmanoeuvre zijn natuurlijk. We
hebben de camper geparkeerd op het terrein en gaan dan eerst maar even een
broodje eten waarna we even later een auto zien aan komen. Het zijn Alfred en
Coby maar ze hebben ons nog niet herkend en gaan gelijk in huis. Ze kijken toch
wel even verbaasd als we even later bij hen aan de deur kloppen en ze ons voor
de deur zien staan.
We voelen ons gelijk thuis aan de Markeweg.
We hebben een paar heel mooie dagen bij hen gestaan en een
paar heel gezellige avonden gehad waarbij we de tijd wel eens zijn vergeten.
Er zijn leuke wandelroutes in de omgeving en of je nu wel of
niet een kaart van Coby meekrijgt, verdwalen doe je toch wel. De tweede dag
zonder kaart waren we behoorlijk verdwaald en kwamen dan ook steeds dieper in
het moeilijk doordringbare bos en moeras om uiteindelijk bij de achterbuurvrouw
terecht te komen.
Donderdagmorgen zijn we weer vertrokken richting het noorden
en door de prachtige omgeving gereden. En uiteindelijk in het plaatsje Tulle
een camperplek gezocht. Na eerst een bord naar de Intermarchée te zijn gevolgd
waar een camperplek voorhanden was zijn we uiteindelijk beland op het
parkeerterrein van de Lidl. De Intermarchée was voor ons bijna niet bereikbaar
omdat de route hiervoor dwars door het enigszins nauwe centrum leidde.
Het voordeel van parkeren bij een supermarkt is dat je ’s
morgens lekkere verse broodjes kunt halen. In het buitenland heeft elke Lidl
een broodbakmachine in de winkel staan en daar is dan ook heerlijk vers brood
verkrijgbaar.
Het is deze vrijdagmorgen prachtig mooi weer en na een korte
wandeling gaan we weer op pad. In de loop van de dag stijgen de termparturen
naar 20 graden en een enkele thermometer langs de weg geeft zelfs 24 graden
aan. Deze zal of in de volle zon hebben gestaan of hij was kapot maar het was lekker
weer.
Omdat Alfred zei dat je in de buurt van Clermont-Ferrand
mooi kon motor rijden hebben we in deze omgeving een plaatsje gezocht en in het
dorpje La Bourboule uitgekomen omdat hier een camper serviceplek zou zijn en
wij de tanks behoorlijk vol hadden en onze watertank was volkomen leeg. We zijn
in La Bourboule heel wat heen en weer gereden maar konden de serviceplek niet
vinden ondanks dat er ook nog een camper op het terrein stond. We hebben toen in
de buurt maar een camping gezocht, met de vermelding dat ze camperplekken
hadden, maar bij aankomst bleek deze nog niet te zijn geopend. Na te hebben
gedraaid op een grasveldje dat nog maar net genoeg was opgedroogd om ons
gewicht te dragen zijn we maar weer terug gegaan naar La Bourboule en na de
plek wat beter te hebben bestudeerd zagen we dan toch het afvoerputje waar we onze
tanks in konden legen. De enige camper die er eerder stond, had er bijna
bovenop gestaan. Wel moesten we toen nog een plekje vinden om onze
watervoorraad weer op peil te brengen en zijn toen weer even doorgereden naar
Mont Dore, een wintersportplaatsje waar nog heel veel sneeuw lag. Hier waren
dan camperplekken waarbij ook water getankt kon worden al was deze voor ons
niet heel gemakkelijk bereikbaar. Een praatje met de beheerder leerde ons dat
er op deze camperplek geen plek voor ons formaat campers was en we zijn dan ook
maar weer omgekeerd en uiteindelijk de camper op het nog lege parkeerplek
geparkeerd.
’s Avonds kwamen er nog veel campers om te overnachten en
het was dan ook al gauw duidelijk dat ze niet zo gecharmeerd waren van onze
camper die dwars stond geparkeerd en daarmee 5 of 6 camperplekken in beslag
nam. Gelukkig werd het niet overvol en kon iedere camper met gemakt nog een
plaatsje vinden. Met het vooruitzicht dat we de volgende morgen lekker buiten
konden koffie drinken hebben we daar heerlijk geslapen.
De volgende morgen waren de temperaturen jammer genoeg
alweer behoorlijk gedaald en werd het niet warmer dan 8 graden. Dat buiten
zitten kon je dus wel vergeten.
Wel heb ik ’s middags nog even de motor gepakt en een ritje
in de omgeving gemaakt. Bertha vond het te koud en de kans op regen was haar te
groot. Achteraf een goede beslissing van haar want ik was nog niet weg of het
begon al te regenen maar met de motor heb je het voordeel dat je de buien
redelijk voor kunt blijven als je de goede kant maar op rijdt. En dat laatste
valt in een wintersportplaats niet bepaald mee, aan de ene kant zit een
skipiste en aan de andere kant zijn de passen nog afgesloten omdat er nog meer
dan een meter sneeuw op ligt. De enige pas die open was was zo nat en voorzien
van een slecht wegdek dat het niet lekker motor rijden was met als gevolg dat
ik ook binnen het uur weer terug was in de camper met een doorweekt motorpak.
Zondag zijn we dan ook maar weer verder getrokken en in de
middag uitgekomen in het dorpje Saint Pourcain sur Sioule, een startplek van de
Tour de France deze zomer. Hier was een zeer grote, gratis, camperplek ingericht
die achter een voetbalveld lag. Je moet de camperlek bereiken over een klein
bruggetje en ik heb nog getwijfeld of ik er overheen zou gaan omdat na de brug
direct alweer een bocht volgde en het qua ruimte nu niet echt over hield. Toch
maar doorgereden en de camper naast het voetbalveld geparkeerd waar toen net
een wedstrijd gespeeld werd.
Ook hier stonden we weer dwars geparkeerd maar omdat het
niet vol was leek ons dit niet bezwaarlijk. Tegen de avond werd er nog wel even
aangeklopt en de meneer stelde zicht voor als “Le Guardien” van de camperplek
en begon toen een heel verhaal in het Frans waar ik natuurlijk niets van
verstond. Wel begreep ik dat ik eigenlijk te groot was voor deze plek en
hierdoor ruimte innam van 5 campers. Ik had beter kunnen doorrijden en op een
gravelveld kunnen staan waar ruimte zat was. Ik heb de meneer in het beste
Frans wat ik ken en met handen en voeten te gebruiken proberen uit te leggen
dat als daar genoeg ruimte voor mij was, daar ook vast die andere 5 campers een
plaatsje zouden kunnen vinden met als gevolg dat ik wel kon blijven staan.
Achteraf ook maar goed want de camperplek liep lang niet helemaal vol en ik
stond dus niemand in de weg.
De volgende morgen de camper op het gravelveld dan maar weer
omgekeerd en geprobeerd het bruggetje op de terugweg te nemen. Dit lukte
vooruit echter niet en we moesten de camper dan ook bij het voetbalveld keren
en het achteruit proberen. De aanhanger afkoppelen kon altijd nog maar ik wou
het eerst zo proberen en na veel moeite is het dan toch gelukt om het bruggetje
achteruit over te komen en konden we weer op weg.
We hebben tegen de avond een plekje gevonden in het dorpje Montier en Der. De parkeerplekken bij de supermarkten waren wat te klein en we zijn dan ook bij een houtzagerij blijven staan.
Dinsdagmorgen weer vertrokken richting Luxemburg waar we nog
even lekker goedkoop konden tanken. De brandstofmeter liep op een gegeven
moment al in reserve maar omdat het nog
maar een kleine 50 kilometer was konden we dat makkelijk halen. Dacht ik…. Bij
het beklimmen van een heuveltje hield de motor het voor gezien. Ik dacht eerst
nog dat het kon komen door een verstopt brandstoffilter als gevolg van de
algengroei maar de motor startte niet meer bij het doorstarten. Daar sta je dan
midden op een drukke weg op nog geen 10 meter verwijderd van een parkeerplek
wat we net niet meer konden halen. Gelukkig stond er nog een jerrycan van de
vorige eigenaar in de camper en gelukkig zat deze ook vol dieselolie. Nadat ik
de 20 liter in de tank had gedaan kon ik weer starten en verder rijden en
hebben we bij de eerste de beste pomp er nog maar eens 50 liter bijgetankt. Nu
konden we Luxemburg wel halen en onze tank verder vullen. Scheelt toch gauw 30
cent op een liter en bij 400 liter begint dat wel te tellen.
Na Luxemburg hebben we in Duitsland al weer gauw de snelweg
achter ons gelaten en de route langs de Moezel voortgezet. We kwamen al gauw
een camperplek in het plaatsje Mehring tegen en hier hebben we da camper dan
ook maar gauw geparkeerd. Wel moest ik de kar er nog even afkoppelen en
parkeren tussen de personenwagens want ik mocht niet dwars staan omdat het wel
eens vol kon worden. Na ons is er geen camper meer het terrein opgereden bleek
dit dan ook een vergeefse actie.
De volgende morgen de route langs de Moezel voortgezet.
De laatste nacht hebben we nog op een nieuwe camperplek in het dorpje Coesfeld gestaan en uiteindelijk hebben we donderdag 26 maart de camper weer in Itterbeck afgeleverd en zijn we weer naar huis gereden. We zijn nu alweer ruim een week thuis en kijken alweer uit naar onze volgende reis.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten